Hulp nodig?

BEROEPS- EN GEDRAGSCODE BESCHERMINGSBEWINDVOERDER


In de wet staat vastgelegd hoe een bewindvoerder moet handelen. Dit is verder uitgewerkt in een beroepscode. Wij werken volgens de wet en volgen deze beroepscode.

BEROEPSCODE

RegioBewind B.V. dient in de uitoefening van haar beroep te handelen naar de inhoud en geest van de beroepscode.

Kernbegrippen

Een aantal kernbegrippen is leidend en plaatst de integriteit van de bewindvoerder in een breder
perspectief:


• Dienstbaarheid
Het handelen van een bewindvoerder is altijd en volledig gericht op het belang van de onder
bewind gestelde en op het systeem waarvan hij/zij deel uitmaakt.
• Functionaliteit
Het handelen van een bewindvoerder heeft een herkenbaar verband met de wettelijk
omschreven uitvoeringstaken van de bewindvoerder.
• Onafhankelijkheid
Het handelen van een bewindvoerder wordt gekenmerkt door onpartijdigheid, dat wil
zeggen dat geen vermenging optreedt met oneigenlijke belangen en dat ook iedere schijn
van een dergelijke vermenging wordt vermeden.
• Openheid
Het handelen van een bewindvoerder is transparant, opdat optimale verantwoording
mogelijk is en zowel de controlerende organen als de onder bewind gestelde volledig inzicht
hebben in het handelen van de bewindvoerder en zijn beweegredenen daarbij.
• Betrouwbaarheid
Op een bewindvoerder moet men kunnen rekenen. Hij houdt zich aan zijn afspraken. Kennis
en informatie waarover hij uit hoofde van zijn functie beschikt, wendt hij aan voor het doel
waarvoor die zijn gegeven.
• Zorgvuldigheid
Het handelen van een bewindvoerder is zodanig dat iedereen op gelijke wijze en met respect
worden bejegend en dat belangen van partijen op correcte wijze worden afgewogen.
• Vakbekwaamheid
Het handelen van de bewindvoerder wordt gekenmerkt door deskundigheid op zijn
vakgebied. De bewindvoerder houdt deze deskundigheid op peil en ontwikkelt deze verder.
Uiteindelijk voldoet hij aan het binnen de beroepsvereniging gestelde en gehanteerde
competentieprofiel.

Verhouding tot de cliënt


• De houding van de bewindvoerder tegenover zijn cliënt dient te zijn gebaseerd op
eerbiediging van diens persoon en zijn levensbeschouwelijke overtuiging, alsmede op de
erkenning van zijn verantwoordelijkheid voor eigen keuze van handelen.
• De bewindvoerder heeft de plicht de cliënt zo volledig mogelijk op de hoogte te stellen van
zaken, inhoud en resultaat van de op hem betrekking hebbende bewindvoering en
klachtrecht.
• Indien de bewindvoerder wordt opgeroepen als getuige zal hij zich van geval tot geval
afvragen, of hij zich op grond van het voorgaande dient te beroepen op het in de
Nederlandse Wetgeving neergelegde verschoningsrecht van getuigen.
• De bewindvoerder onderkent de macht die inherent is aan zijn positie en beseft dat hij zowel
bewust (door het geven van directieven) als onbewust (als rolmodel) grote invloed uit kan
oefenen op de onderbewindgestelde en mogelijk ook op derden. Daarom is hij bedachtzaam
in zijn handelen en voorzichtig met het doen van uitspraken.
• Hij informeert de onderbewindgestelde en/of andere betrokkenen (bijvoorbeeld de
betalende instantie) desgevraagd zonder terughoudendheid, welke opleiding, c.q. ervaring
en kwalificaties hij heeft en welke methoden en stijl hij (voornamelijk) gebruikt bij
bewindvoering. Hij heeft daartoe een curriculum vitae beschikbaar dat door hem actueel
wordt gehouden.

Verhouding tot anderen

• De bewindvoerder dient tot samenwerking met anderen bereid te zijn indien de vraagstelling
dit noodzakelijk maakt en voor zover de beroepscode dit toelaat. Daarbij zal hij tegenover
hen die uit hoofde van een ander beroep bemoeienis hebben met de cliënt begrip tonen
voor de inbreng der gegevens van deze beroepsbeoefenaren.
• De bewindvoerder dient bereid te zijn technische inzichten en ervaring als bewindvoerder
ten dienste te stellen van collega’s en eveneens zijn eigen opvattingen aan de hunne te
toetsen.
• De bewindvoerder die gegronde redenen heeft om aan te nemen dat enig belang van de
cliënt en/of het aanzien van het beroep ernstig wordt geschaad door een collega dient,
indien geen oplossing kan worden gevonden, zijn bezwaren aanhangig te maken bij het
bestuur van de beroepsvereniging.
• De bewindvoerder houdt zich op de hoogte van ontwikkelingen, staat open voor nieuwe
inzichten en onderzoekt nieuwe methoden op gebied van bewindvoering, onder meer door
lezen van (vak)literatuur, het volgen van bij- en nascholingen, het bezoeken van symposia,
het deelnemen aan intervisiebijeenkomsten, en/of het gebruik maken van mogelijkheden
van intercollegiale toetsing.

Belangenverstrengeling

  • RegioBewind B.V. kan alleen bewindvoeren over familie of personen met wie een vriendschapsbetrekking of anderszins persoonlijke betrekking bestaat, met schriftelijke toestemming van het bestuur van de vereniging.
  • Een bewindvoerder neemt van derden in de bewindvoeringsrelatie, geen geld, geschenken, faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van deze derde kan beïnvloeden.
  • Een bewindvoerder vervult geen nevenfuncties waarbij strijdigheid is of kan zijn met het belang van de onder bewind gestelde.
  • Nevenfuncties dienen te worden gemeld bij het bestuur van de vereniging.

Informatie

  • Een bewindvoerder gaat zorgvuldig en correct om met informatie waaruit hij uit hoofde van zijn functie beschikt.
  • Een bewindvoerder houdt naar zijn cliënt geen informatie achter die de cliënt betreffen.
  • De bewindvoerder verstrekt aan derden slechts die informatie die van belang is voor het adequaat uitvoeren van de werkzaamheden.

Aannemen van geschenken

  • Een bewindvoerder neemt (behoudens een incidentele kleine attentie) geen geschenken van zijn cliënten aan.